In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.
Marc en Daan treffen Ellen van der Wal achter haar laptop op de eerste verdieping van de Bouwcampus. Samen lopen we naar beneden en nemen plaats in het hippe nieuwe café van de Bouwcampus “toch een aanwinst, echte koffie”. Na het voorstellen van onszelf en de uitleg over het doel van het gesprek is Ellen aan de beurt.
“Misschien moet ik even vertellen wat ik heb gedaan en waarom ik hier zit.”
Ellen is groot geworden (van stagiair tot partner) bij architectenbureau Mecanoo, na een periode van 19 jaar was ze toe aan een nieuwe uitdaging. Vanuit De Bouwcampus kwam het verzoek aan de bestuursleden, waar Ellen deel van uitmaakte, uit te kijken naar een business developer. Ze besloot daar niet naar te zoeken maar zelf de vacature te vervullen. In die rol probeert ze verschillende partijen in de bouw te verbinden. Feitelijk een tussenstap naar een nieuwe ambitie: “Het doel is mijn eigen bureau waarin we complexe projecten kunnen aanpakken en ontwerpen, ik blijf natuurlijk architect.” Haar grote inspiratiebron in haar werk is het combineren van verschillende vakgebieden, dat kan op allerlei vlakken zijn en is nu een van haar grote uitdagingen in haar functie op de Bouwcampus.
Ellen begint direct met tekenen, zoals dat een architect eigen is. In dit geval een schema van hoe De Bouwcampus opereert. Ze tekent de verhoudingen tussen de corporatie, de partners en vooral de projecten. Er komen op de bouwcampus heel veel projecten binnen die gaan over de infra, maar er zijn er maar een paar die ook over gebouwen gaan. Vanuit Rijkswaterstaat komen er veel opdrachten binnen. Waarop Daan vraagt: “Zeg je daarmee dat Rijkswaterstaat teveel aanjaagt of anderen juist te weinig?” “Nee dat laatste, anderen zouden nog veel meer projecten naar de bouwcampus kunnen brengen.” De moeilijke taak van Ellen wordt het combineren van vraagstukken ‘van eenlingen’ tot een vraagstuk met een schaal zoals Rijkswaterstaat dat uit zichzelf al heeft.
“Juist het leren tussen generaties vind ik essentieel op De Bouwcampus”
Ellen ziet heel duidelijk een aantal taken voor zichzelf. “Ik vind het een gemiste kans dat we hier zitten zonder dat er veel mensen zijn. Ze schetst het beeld van De Bouwcampus die aan de ene kant een kantoor uitstraling heeft maar aan de andere kant ook een plek moet zijn waarin mensen samen creatief bezig zijn. Marc: “Volgens mij gaat de hele bouwcampus om het verbinden van generaties, maar dat zie ik nog veel te weinig terug”. Waarop Ellen instemmend zegt: “de bouwcampus zou veel meer een proeftuin kunnen zijn waarin mensen van elkaar kunnen leren”. Ellen hoort vaak dat iedereen graag wil co-creëren op De Bouwcampus. De meer creatieve uitstraling, zou de plek ook aantrekkelijker kunnen maken voor bijvoorbeeld studenten: “ik denk dat in de generaties van nu van nature meer co-creatie zit dan in de generaties van vroeger.”
Ellen ziet zichzelf als een soort tussen-generatie, ze hecht geen waarde aan een ‘eigen kantoor, computer en een auto van de zaak’. Het gaat haar om de plek waar ze zit (de kwaliteit van de koffie) en met wie ze kan werken. Maar tegelijkertijd merkt ze heel sterk dat ze niet is opgegroeid met wifi. Dat ziet zij als een generatieverschil. De verschillende generaties studenten van de TU Delft die hier aan tafel zitten raken nu in gesprek over de universiteit. Over een campus waarvan Ellen vanuit Mecanoo ook nog eens de architect is geweest, we komen op vragen als hoe de campus beleefd wordt door ons als studenten. Exact wat De Bouwcampus wil bereiken, verschillende generaties leren van elkaar!
“Innovatie ontstaat pas als iemand iets nieuws wilt en daaraan vasthoudt”
Van leren naar innoveren is een kleine stap, innovatie is iets wat Ellen vaak heeft meegemaakt vanuit haar rol als architect. Architecten hebben vaak vernieuwende ideeën waardoor alle andere partijen gevraagd worden te innoveren. Het is dan ook opvallend dat de architectenwereld nog nauwelijks betrokken is bij de bouwcampus. Maar innovatie zou ook vanuit bijvoorbeeld een opdrachtgever moeten komen. Innoveren op productniveau hoeft overigens niet te gaan over een nieuwe gevelstijl maar eerder over het integraal nadenken over hoe de bouw zou moeten veranderen in de komende 30 jaar.
“De vraag van een opdrachtgever is pas goed als hij zichzelf goed begrijpt.”
Het gesprek verschuift langzaam van de algemene innovatie in de bouw richting de invloed die de Bouwcampus kan hebben. Ellen is van mening dat De Bouwcampus ervoor kan zorgen dat vragen beter worden gesteld. We willen door met ze te sparren, opdrachtgevers uitdagen opnieuw na te denken over hun vraag. Dat is vaak het probleem bij lastige vraagstukken. Dit ziet Ellen als uitdaging voor haar: “Het is mijn rol om uit te vinden wat daadwerkelijk de vraag is. Daarbij gebruiken we op de bouwcampus co-creatie om de vraag scherper en beter te maken.”
En zo komen we bij het einde van ons gesprek. Ellen ziet haar eigen taken als developer van de bouwcampus duidelijk voor zich: het vergroten en verbreden van de vraagstukken, het fysiek verbinden van de bouwcampus aan de universiteit. Maar ook het koppelen van de studenten aan de bouwcampus. Samen nemen we een selfie met als achtergrond het hippe café en dan vertrekt Ellen weer naar boven, terug naar haar dag als nieuweling op het kantoor, en stappen wij op de fiets.
Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…
Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:
Bern Laninga | Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn Schwering | Martijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen | Tomas te Velde | Tom Schoo |