In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.
Direct als we – Daan en Tom – binnenstappen bij Bert Geerken begint hij enthousiast te vertellen. Bert is decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft. Vanuit zijn werkkamer kijkt hij uit op de laboratoria waarin grote constructies op sterkte kunnen worden getest. Verder kijken we uit op een bouwplaats waar een nieuwe studentenflat wordt gebouwd, zo rollen we direct in ons gesprek wat zal gaan over de bouw. Als Tom zich voorstelt en vertelt dat hij bij Movares werkt haakt Bert gelijk in. Hij heeft er van 1992 tot 1997 ook gewerkt, de commercieel directeur van Movares van nu was zijn jongere collega toendertijd.
Het belang van vernieuwing en innovatie is voor Bert meer dan duidelijk. Hij heeft ook het voorrecht om in een omgeving te zijn waar iedere dag mensen bezig zijn nieuwe ideeën te ontwikkelen, testen en valideren. Ook heeft hij een duidelijk beeld bij de manier waarop innovaties toegepast kunnen worden: “Internationalisering is belangrijk, bedrijven kunnen daarop doorbreken door vernieuwend en anders te zijn en de overheid kan daarin stimuleren door als opdrachtgever het risico te nemen om innovaties toe te passen.” Daarbij vindt hij dat de overheid een aanjagende rol in kan nemen door op te treden als ‘launching customer’. Daarmee bedoelt hij te zeggen dat de overheid in de beste positie is om innovatie als eerste toe te passen.
De vervolgvraag hoeft niet eens gesteld te worden omdat Bert direct doorgaat met het uitleggen wat zijn rol, als decaan en vertegenwoordiger van de TU Delft daarin is. Dat is voornamelijk het leveren van kennis en mensen die opgeleid zijn om met innovaties om te gaan en zelf te innoveren. Vernieuwend zijn en innovatie toepassen, laat dat nu exact een van de belangrijke aspecten zijn waarin De Bouwcampus sterk in wil zijn.
“De Bouwcampus als verbindende factor”
Bert ziet De Bouwcampus als een mooie kans die de TU Delft heeft om een extra verbinding aan te gaan met de bouwwereld. Hoewel hij positief is over De Bouwcampus ziet hij ook kansen voor verbetering. “Ik denk dat De Bouwcampus nog veel meer een stimulerende rol kan hebben om innovaties toe te passen.” Daarmee doelt hij op de verbindingen die gelegd kunnen worden tussen student en bedrijven, beide kunnen daarin van elkaar leren en elkaars kwaliteiten benutten. “De Bouwcampus moet een plek zijn waar studenten en bedrijven elkaar ontmoeten.”
Op De Bouwcampus zijn er twee werelden die elkaar raken: de landelijke met de ‘gouden driehoek’ overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven, en de lokale wereld waarin vooral startups van jonge ondernemers en studenten een plaats hebben. “Vanuit de faculteit zoeken we de connectie met het bedrijfsleven, maar er is te weinig draagkracht van betalende partijen. Het moet nu wel doorbreken naar een fase waarbij de huur betaald kan worden. We hebben als Delft nu ook maar zelf ‘ruimte afgenomen’ om De Bouwcampus op gang te helpen.”
“Zullen we co-creatie doen?”
Het proces van co-creatie betekent voor Bert dat verschillende partijen samen gaan werken om nieuwe dingen te bereiken. Hij vertelt dat hij daarbij wel mensen of kennis in kan zetten, maar geeft ook aan dat het voor hem geen optie is om veel geld opzij te zetten voor dat soort processen. Hij merkt dat veel partijen die veronderstelling hebben, dat ook hij financieel bij kan dragen. Helaas is dat niet zo: “Wij geven geen geld uit, we verdelen het alleen.”
De directeur-generaal van Rijkswaterstaat, Jan-Hendrik Dronkers, en wij als TU Delft duwen behoorlijk hard aan De Bouwcampus. Maar nu moeten de bedrijven ook echt De Bouwcampus gaan aanjagen. Bert heeft wel het gevoel dat De Bouwcampus en daarmee de samenwerking toch wel een impuls nodig heeft. Hierbij is samenwerking én een duidelijke rol voor diverse (soorten) partijen erg belangrijk. “Co-creation maakt iedereen eigenaar van de oplossing.”
“We hebben heel veel deelgenomen in ‘agenda’s’ maar het is nog steeds de vraag hoe dit in de praktijk zijn toepassing gaat vinden”
De Bouwcampus heeft een themakaart opgesteld van onderwerpen waarop innovatie nodig is de komende jaren. Bij het opstellen van onderwerpen heeft de TU Delft een actieve rol gespeeld maar nu zijn de bedrijven aan zet, hij zou dan ook graag zien dat ze ermee aan de slag gaan: “Wij zijn een beetje uitgedacht.” Dat uitgedacht zijn gaat natuurlijk vooral om het proces, inhoudelijk is de TU Delft natuurlijk nooit uitgedacht, Bert ziet in het omzetten van de thema’s naar de daadwerkelijke actie nieuwe kansen: “Wij willen ook graag inhoudelijk bijdragen aan projecten door onze kennis in te zetten, het liefst in langer lopende programma’s vanuit bredere consortia.”
Als het gaat om hoe die samenwerking zou moeten zijn wordt de ‘gouden driekhoek’ genoemd, waarbij Bert doelt op de continue relatie tussen commerciële organisaties, overheid en kennisinstellingen. “Zo’n samenwerking vereist een relatie waarin je elkaar kan vertrouwen en op elkaar terug kan vallen.” Met deze boodschap komen we aan het einde van het gesprek, het gevoel dat we overhouden is dat de universiteit zich inzet, maar ook afhankelijk is van andere partijen. De wil is er, nu de actie nog.
Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…
Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:
Bern Laninga | Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn Schwering | Martijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen | Tomas te Velde | Tom Schoo |