In Dialoog Met… Maxime Verhagen

In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.

Hoe bereid je je voor op een dialoog met een oud politicus en bevlogen bestuurder? Tomas
en Carlijn bogen zich hierover voorafgaand aan het gesprek met Maxime Verhagen. Hoe voorkomen we dat Maxime controle krijgt over het gesprek? Zou het ons lukken om hem te
interrumperen als dat nodig is? Hoe zorgen we er voor dat we zijn échte verhaal horen, over
Maxime Verhagen als persoon? Goed voorbereid stapten we bij Bouwend Nederland naar
binnen, waar Maxime voorzitter is. Net terug van vakantie, op een onstuimige maandagmorgen, verwelkomde Maxime ons hartelijk. Na een korte introductie van ons initiatief, gaat Maxime direct van start.

Quote Maxime 1

“De risico’s en verantwoordelijkheden in de bouw zijn de afgelopen jaar toegenomen/groter geworden. We hebben gezien dat een verkeerde calculatie het einde van je bedrijf kan betekenen. Een aantal grote bedrijven zijn in zwaar weer terecht gekomen.” Maxime vervolgt meteen wat verschillende generaties hierin kunnen betekenen. “Aan de ene kant heb je ervaring nodig, met name ervaring in het omgaan met die grote risico’s en verantwoordelijkheden. Aan de andere kant zijn er allerlei nieuwe ontwikkelingen en technieken, daar heb je juist de jongere generatie voor nodig.” Samenwerking blijkt ‘key’ te zijn. Zowel samenwerking in de keten, als samenwerking tussen generaties.

Hoewel we in feite meteen tot de kern van het gesprek zijn gekomen, stellen we toch voor om eerst ook iets over onszelf te vertellen. Na uiterst belangstellende vragen van Maxime vragen we ook aan hem om zichzelf eens voor te stellen, als persoon. Maxime moet er even over nadenken (“Poeh, dat is lastig he?”) en begint dan te vertellen.

“Ik wil verschil maken”

Maxime heeft er altijd toe willen doen. Al vroeg koos hij voor de politiek, nog tijdens zijn studie Geschiedenis in Leiden. “Ik wilde echt de politiek in omdat ik ideeën had over hoe de samenleving eruit zou moeten zien. Ik wilde niet alleen aan de zijkant staan, maar ook mijn eigen invloed hierop uitoefenen.” Als fractievoorzitter van het CDA nam Maxime plaats in de gemeenteraad, als jonkie. “De gemiddelde leeftijd van het CDA ging fors achteruit”, grapte Maxime, “maar mijn doel was helder; ik wilde de Tweede Kamer in.”

Maxime kwam op nummer tien terecht op de lijst van het CDA voor het Europees Parlement. Een onverkiesbare plaats volgens de oud politicus, maar een mooie kans om landelijk bekend te worden. Niets bleek minder waar. Het kabinet viel vlak voor de Europese verkiezingen en VVD stemmers kozen massaal voor het CDA; met 10 zetels, en dus inclusief Verhagen, nam het CDA plaats in het Europees Parlement. “Een grote verrassing, maar ook tot verdriet van mijn vrouw. We hadden een week voor de verkiezingen ons tweede kind gekregen en ik reisde heen en weer tussen Brussel, Straatsburg en Afrika. Maar het werk was erg leuk. Het Europees Parlement was fascinerend.”

“Je zag geschiedenis voor je ogen ontstaan”

Carlijn vraagt er direct op door: “Wat vond je er zo fascinerend aan?” En Maxime beschrijft deze periode aan de hand van een aantal belangrijke gebeurtenissen. “In 1989 viel de Berlijnse muur. Ik heb letterlijk met een beitel stukken uit de Berlijnse muur gehakt, samen met Duitse collega’s. In Oost Duitsland gaven we lessen over hoe je een politieke partij kunt opzetten en campagne moet voeren. Ik was bij de herdenking in Polen, van de TweedeWereldoorlog. Daar stonden Lech Walesa (oprichter Poolse vakbond Solidariteit), Jaruzelski (communistische dictator) en Germek (die net de eerste vrije verkiezingen had gewonnen) naast elkaar. Ik heb thee gedronken met Nelson Mandela, die net vrij was gelaten. En ik was erbij toen de Apartheid werd afgeschaft. Alles veranderde toen, maar ik voelde mij helemaal in mijn element. Op alle terreinen leek het een betere wereld te worden. Het was zo mooi om daar een bijdrage aan te mogen leveren.”

“Als we alles bij het oude laten, dan gaat het verkeerd”

We maken een sprong in de tijd. Ondanks dat we ook heel nieuwsgierig zijn naar de rest van Maxime zijn politieke loopbaan, voor zover niet bekend, gaat Tomas in op de manier waarop Maxime zichzelf beschrijft. Dat komt volgens Tomas overeen met hoe Millenials worden omschreven: ertoe willen doen en een (maatschappelijke) bijdrage leveren. Maar ook: gedijen in een veranderende samenleving. Tomas vraagt vervolgens: “Hoe kijk je nu naar onze samenleving? Is deze net zo veranderlijk als toen?” Maxime geeft bevestigend antwoord. Zijn visie is dat we wederom in een breukvlak van tijden zitten. “We zien nu pas de effecten van de globalisering. Die zien we al een tijdje, maar nu gaat het echt snel.”

In de bouw zijn deze veranderingen ook zichtbaar volgens Maxime. Klimaatverandering, schaarste aan grondstoffen, einde van fossiele energie, vergrijzing van de samenleving. Het zijn maatschappelijke uitdagingen die een antwoord vragen. Niet alleen van de politiek en de overheid, maar ook van de bouw. Maxime vervolgt: “Als we alles bij het oude laten, dan gaat het verkeerd. Het is een groot contrast met vroeger, toen alles heel overzichtelijk was. Voor veel mensen gaat de verandering nu te snel, dat maakt hen onzeker. De jongere generaties kunnen daar makkelijker mee omgaan dan de oudere generaties.”

Quote Maxime 2

“De enige zekerheid is verandering, en dat is onzeker”

Als Carlijn vraagt wie er een taak heeft om die onzekerheid weg te nemen is Maxime daar vrij uitgesproken over: “Eigenlijk zijn we dat allemaal. Maar we moeten ook duidelijk maken dat het niet meer mogelijk is om op alles een antwoord te hebben. We kunnen geen zekerheden meer beloven want een verandering is per definitie geen zekerheid. De enige zekerheid is verandering, en dat is onzeker. Je weet niet precies wat er voor in plaats komt.”

Maxime is, zo zegt hij zelf, een echte pragmaticus die kansen grijpt. Hij is ervan overtuigd dat als er eenmaal bewustwording is van bijvoorbeeld een maatschappelijk probleem, veranderingen mogelijk zijn. Samenwerking is key. Zo ook in de bouw. “Als ik kijk naar de drive die er is om maatschappelijke problemen te helpen oplossen, op een innovatieve manier, dan is die enorm.” Maxime noemt onderwerpen als beter grondstoffen gebruik en energiebesparing in de gebouwde omgeving als belangrijke thema’s. “Alles wat we met De Bouwagenda en op De Bouwcampus aan het doen zijn, zie ik als een antwoord op de uitdagingen waar de bouw voor staat.” De bewustwording is er dus, en dat is volgens Maxime de eerste stap.

“Ik ben geen revolutionair, ik ben een echte polderaar”

Wat we zien is dat jongeren zich minder aansluiten bij politieke partijen en verenigingen waar denk je dat dit door komt? “Ik geloof dat deze organisaties bij zichzelf na moeten gaan hoe ze aantoonbaar een voordeel voor hun leden kunnen bieden” aldus Maxime. Carlijn zegt, de politiek moet dus ook gaan omdenken. “Ja precies!” en weet je waarom dat zo belangrijk is? Maxime steekt van wal over zijn tijd als minister van buitenlandse zaken. Het is bij buitenlandse zaken niet alleen belangrijk dat je in New York, Brussel en Moskou aardig gevonden wordt, het is belangrijk om in ook in Loppersum, Sevenum en Middelburg begrepen te worden. Anders snappen mensen niet meer wat je doet en verlies je draagvlak en daarmee je bestaansrecht.

“Je moet open staan voor de ideeën van een ander”

We moeten tot elkaar komen en samenwerken, en dat is ook het moeilijkste wat er bestaat. “En stiekem ook het leukste!” roept Carlijn er lachend doorheen. Tomas is het daar ook mee eens maar wil ook nog een kritische vraag kwijt. Denk je dat je echt altijd een win-win situatie kan vinden, en zo ja gaat dat niet ten koste van een sterke visie die soms nodig is? Maxime denkt even na en zegt: “Ja dat kan wel kloppen, maar ik geloof niet in de revolutie, maar ik geloof in de geleidelijke verandering, met een revolutie raak je mensen kwijt die er wel bij horen.”

Met deze conclusie eindigen we ons gesprek. Maxime zegt nog grappend: “We hebben niet heel veel over de bouw gesproken, maar wel een heel leuk gesprek gehad.” Tomas denkt daar even over na en zegt: “Ik denk dat we het “juist” over de bouw hebben gehad, maar meer de onderliggende gedachten.” Samen lopen Carlijn en Tomas de lift in naar de receptie. Beneden moet Carlijn toch nog even snel een foto maken van het bordje in de lift. Terwijl Tomas de lift open houdt voor de mensen die beneden staan te wachten maakt Carlijn nog een foto van de bewegwijzering in de lift. “Stiekem toch mooi dat al deze organisaties samen in dit gebouw zitten.” Een mooie plek om in te polderen.

Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…

Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:

Bern Laninga |   Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn SchweringMartijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen |  Tomas te Velde | Tom Schoo |

In Dialoog Met… Annemieke Nijhof

In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.

Quote Annemieke NijhofHet gesprek met Annemieke Nijhof, gevoerd door Martijn en Marc vond plaats bij Tauw in Utrecht. Na even wachten in de goed, door de zon, verwarmde ruimte bij de receptie komt Annemieke energiek en vrolijk binnen gelopen. De gereserveerde ruimte is al bezet, totaal geen probleem voor Annemieke die even een praatje maakt met haar collega’s en dan samen met ons op zoek gaat naar een vrije ruimte. Eenmaal gevonden vraagt Annemieke meteen naar wie wij zijn, leuk die interesse!

“Ik hoef niet alleen maar fans in de buitenwereld”

Annemieke is heel open, zo zegt ze ook zelf. “Op een gegeven moment ben je oud genoeg om je niet meer druk te maken over wat iedereen van je vindt. Ik hoef niet alleen maar fans in de buitenwereld, ik ben wie ik ben en schaam me eigenlijk nergens meer voor.” Annemieke is directeur van het internationale advies- en ingenieursbureau Tauw. In haar loopbaan is ze hier begonnen waarna ze verschillende posities bij de overheid heeft bekleed tot adviseur van Balkenende. In 2012 is ze echter weer teruggekomen bij Tauw als CEO.

Annemieke heeft nergens spijt van in haar leven, met één uitzondering; het niet bijwonen van het afscheid van haar vader toen hij met pensioen ging. Ze heeft enorm veel respect voor haar vader, die met veel passie en plezier bijna zijn hele leven wiskunde heeft gegeven op een VMBO. Hij hield echt van zijn vak en en was door altijd onder de leerlingen te zijn zelf ook mentaal jeugdig. Bij zijn afscheid was niemand van haar broers of zussen aanwezig, dat vond hij zelf niet nodig. Achteraf bleek het een groot feest en heeft Annemieke spijt dat ze er niet bij was. “Als iemand nu vraagt of ik wil komen speechen op hun pensioen zeg ik altijd ja” voegt ze eraan toe.

“Ik wil mijn impact maximaliseren door ruimte voor anderen te maken”

Dat is op dit moment de grootste drijfveer van Annemieke. Dat is niet alleen iets waar ze mee bezig is binnen Tauw maar ze vindt het een maatschappelijk probleem. De afgelopen 10 jaar is er nauwelijks uitstroom van mensen geweest mede doordat er voor die tijd veel mensen met vervroegd pensioen zijn gegaan. Een direct gevolg van weinig uitstroom was dat er ook nauwelijks jonge aanwas was bij veel organisaties. Zelf is ze daarom in 2012, tijdens de crisis, tegen de stroom ingegaan en heeft ze zich hard gemaakt voor het traineeprogramma bij Tauw waarmee juist jonge aanwas gestimuleerd werd. Vasthouden aan wat je hebt en krimpen staat verjonging en vernieuwing in de weg zegt ze. Beiden zijn hard nodig om mee te kunnen doen in de markt. Een paar jaar geen verjonging zorgt er ook voor dat er geen jongeren meer komen omdat ze geen aansluiting hebben. “Dat is echt een enorm probleem bij overheden” geeft Annemieke aan.

“Ik denk dat de manier van werken van de jongere generatie uiteindelijk veel ontvankelijker is voor innovatie”

Dan komt gesprek op de generaties en worden wij plots actief betrokken bij het gesprek. Annemieke is hier heel bewust mee bezig. “Ik ben super getraind in het bouwen van mentale modellen, eerst het frame en dan op zoek gaan naar informatie.” Ze ziet in haar dochter een totale andere manier van denken dan bij zichzelf. Wij kunnen ons hier zeker in vinden. Marc: “is het zo dat de oudere generatie niet durft te beginnen als ze het eind niet kunnen overzien?” Terwijl de jonge generatie meer vertrouwen heeft dat het uiteindelijk wel goedkomt ook al hebben ze misschien niet het totale overzicht.

Nu komt het gesprek tussen de twee generaties aan tafel echt op gang. Annemieke ziet dit namelijk heel duidelijk terugkomen in de taal die haar generatie gebruikt. Uitdrukkingen als de stip op de horizon, roadmaps en ‘no regret maatregelen’ drukken allemaal die zekerheid en de stapsgewijze aanpak uit. “Dus mijn generatie doet alleen maar dingen die passen in een zekere toekomst, maar dat kan helemaal niet, want die toekomst is niet zeker.” Waarop wij aangeven dat de jongere generatie het einddoel niet nodig heeft om te starten. Martijn: “Wij gaan gewoon aan de slag, en als het niet blijkt te werken dan pakken we een gebruiksaanwijzing erbij”

“Dus mijn generatie doet alleen maar dingen die passen in een zekere toekomst, maar dat kan helemaal niet, want die toekomst is niet zeker”

“Ik hoefde geen geld te verdienen, ik moest alleen innoveren”

Annemieke denkt hardop na, “Wat maakt dat ik mijzelf zo snel heb ontwikkeld en zoveel invloed had op jonge leeftijd?”. Het blijkt een aantal dingen te zijn, de voornaamste; het geluk dat ze in een dynamische omgeving terecht kwam waar ze een vrijkaart kreeg en daarmee de kans om zich te onderscheiden en podium te pakken. Na haar studie solliciteerde Annemieke namelijk bij de afdeling bodemsanering bij Tauw. Al jarenlang bestond bodemsanering uit ontgraven en afvoeren, dat moest anders en daar mocht Annemieke mee aan de slag gaan. Ze hoefde geen geld te verdienen, het enige dat ze moest doen was innoveren. Zo kwam ze in een vakgebied waar ze niks van wist en waar ze geen affiniteit mee had en ging ze met twee collega’s pionieren en ontwikkelen tegenover een massa die iets anders deed en wilde. De kans te innoveren zorgde ervoor dat ze zich kon laten zien en zich kon onderscheiden.

“Wij zitten te adviseren over de toekomst die we zelf niet meer meemaken”

Vijf jaar geleden kwam Annemieke terug bij Tauw. De organisatie had het moeilijk door de economische crisis. De mensen hadden hoop, inspiratie en een goede context nodig. “Als je in een goede context terecht komt dan kan de potentie die in je zit ook echt tot wasdom komen en groeien”. Iedereen heeft talent, voegt ze toe, maar iedereen bloeit in andere omstandigheden en groeit op in een verschillend tempo. Dat is mensenwerk en daar zijn de teamleiders voor. Bij het creëren van een context voor mensen om zich te ontwikkelen en te groeien hoort ook ruimte van bovenaf. Zelf is Annemieke vorig jaar 50 geworden en dit geldt ook voor haar zegt ze. “Mensen die op een gegeven moment op een toppositie binnen een bedrijf terecht komen en daar 17 jaar blijven zitten; dat is veel te lang”. “Zodra ik goede mensen om mij heen heb om het stokje aan over te dragen dan doe ik dat graag.”

Quote Annemieke Nijhof 2

Zichtbaarheid is een term die Annemieke meerdere malen noemt. Ontzettend belangrijk zegt ze, want je kunt heel goed zijn maar als niemand je ziet dan heb je er voor je eigen ontwikkeling binnen een bedrijf niks aan. Zelf probeert Annemieke binnen Tauw (jonge) mensen een podium te bieden. Zo gaan trainees aan de slag met een vraagstuk over hoe Tauw meer kan doen met duurzaamheid, waarbij ze ook bij het MT of de directie aan tafel komen.

“Investeer zoveel mogelijk in jezelf”

Dat is het advies dat Annemieke geeft aan ons, als de jongere generatie. In de eerste 5 tot 10 jaar van je carrière wordt de grootste differentiatie gemaakt voor je loopbaan vindt Annemieke. Vraag jezelf altijd af of je nog genoeg kunt leren en ontwikkelen maar ook of er genoeg senioriteit om je heen is, want daar kun je veel van leren. Het is als jongere ook helemaal niet erg om een beetje egoïstisch te zijn. Echter is er op een gegeven moment de ommekeer van nemen naar geven. Daar ligt de rol voor de ouderen in een bedrijf, een vangnet zijn en ook een coach vanuit hun ervaring en kennis. Niet de mooiste projecten voor jezelf houden, maar juist zorgen dat de volgende generatie straks klaar staat met de juiste kennis.

Het gesprek is inmiddels al veel te veel uitgelopen en Annemieke beseft dat ze over een paar minuten aan een conference call met Amerika moet beginnen. Dus snel maken we het gesprek af (“naja, ik heb zelf wel weer veel zitten praten eigenlijk…”) en schieten een selfie. Annemieke maakt zich op voor de call en wij pakken onze jas. Belangrijkste conclusie: door het leven heen moet een persoon van actief leren langzaam omschakelen naar het geven. Dat is de taak voor de oudere generatie om de jongere generatie te helpen door ruimte voor hen te scheppen. Alleen dan kunnen we samen verder komen.

Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…

Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:

Bern Laninga |   Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn SchweringMartijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen |  Tomas te Velde | Tom Schoo |

In Dialoog Met… Bernard Wientjes

In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.

quote Bernard Wientjes 1

Natuurlijk wilde Bernard Wientjes met Jonge Geesten in gesprek, was het antwoord dat we van Anita van den Berg kregen, communicatiemanager van Taskforce Bouwagenda. Verheugd waren Tomas en Carlijn dan ook om de heer Wientjes te mogen ontmoeten op De Bouwcampus in Delft. Strak in pak, jawel met stropdas, kwam Wientjes stipt om 11.00 de lichte en transparante kamer binnenlopen. “Jonge Geesten, daar is toch geen leeftijdslimiet aan verbonden? Ik kan ook Jonge Geest zijn heb ik begrepen?” Na dit te hebben bevestigd zijn we snel van start gegaan met onze dialoog. Hoe stelt iemand zich voor die, door de media, als ‘een van de meest invloedrijke personen in Nederland’ wordt bestempeld?

“Ondernemen is het leukste wat er is”

We stellen deze vraag aan de heer Wientjes en hij steekt gelijk van wal. “Ik ben ondernemer van huis uit. Afgestudeerd in Rechten heb ik door ziekte en later na overlijden van mijn vader de verantwoordelijkheid voor het familiebedrijf overgenomen. Dat was toen nog een relatief kleine onderneming, gevestigd in het noorden van het land. Het bedrijf groeide enorm snel.” Wientjes vertelt dat zijn beide zoons, over wie hij trots vertelt, geen ambitie hadden om het familiebedrijf over te nemen. Vandaar dat hij akkoord ging met de overname, van Ucosan, door Villeroy & Boch. Wientjes nam plaats in de raad van bestuur van het Duitse concern en daarna werd hij voorzitter van VNO-NCW. In eerste instantie benoemd voor een termijn van drie jaar, maar door de moeilijke tijd waar Nederland in verkeerde zijn dit er negen geworden.

Daarna riep Wientjes dat hij weer een onderneming wilde starten. “Ondernemen is het leukste wat er is.” Maar met de benoeming tot Hoogleraar aan de Economische faculteit op de Universiteit Utrecht én het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen bij accountants- en adviesorganisatie KPMG bleef er te weinig tijd over voor het ondernemen. Vorig jaar werd Wientjes gevraagd om de Taskforce Bouwagenda te leiden. “Ik heb wel even getwijfeld. Er is al zoveel in de bouw. Ik ken geen bedrijfstak met zoveel praatgroepjes, denktanks en rondetafelgesprekken.” Daar bleek precies het probleem te liggen. Er is zo veel, maar er is geen gemeenschappelijke agenda. “En daarom heb ik ja gezegd. Eigenlijk is het weer een onderneming waar ik mee aan de slag kan gaan.”

“Een goede ondernemer neemt in 51% van de gevallen de goede besluiten, een slechte ondernemer neemt deze in 49% van de gevallen”.

“De bouw vraagt momenteel om een breekpunt in het denken”

De missie van de Taskforce Bouwagenda is als volgt. Hoe krijgen we innovatie in de bouw beter in de genen van de ondernemers? Wientjes heeft wel een idee wat de bouw nodig heeft. “Out of the box denken, tegen de stroom in. We zijn op het punt aangekomen in de geschiedenis dat het normale evolutiedenken niet meer kan. We moeten van evolutie naar revolutie, en dat vereist een breekpunt in het denken. Wientjes refereert naar momenten in de geschiedenis, zoals de wederopbouw na de oorlog en de watersnoodramp in 1953, die achteraf gezien hebben gezorgd voor breekpunten. “Binnen de kortste keren waren de juiste mensen bij elkaar, werden er wetten aangenomen en zetten groepen mensen de schouders eronder.” Wientjes vervolgt: “Ik maak mij oprecht zorgen om het klimaat en het tempo van de energietransitie. Is daar ook eerst een ramp voor nodig om de ogen te doen openen?”

Bernard interview

Het is natuurlijk niet alleen de bouwsector die een breekpunt nodig heeft. Het anders kijken en denken en daar ook de ruimte voor bieden is een must voor iedere onderneming. Tomas is kritisch en vraagt zich hardop af of het wel een realistische vraag is die je aan bedrijven kunt stellen. Als antwoord daarop volgde de volgende anekdote van Wientjes. “Ik was de enige Nederlander in de Raad van Bestuur van Villeroy & Boch. En ik was inmiddels op de leeftijd dat ik met enige afstand kon kijken naar de formele processen in het grote concern. De kracht was dat we accepteerden van elkaar dat we anders dachten. Dat zie je ook bij bedrijven als Google, Virgin, Microsoft. Grote bedrijven die een ondernemende bedrijfscultuur hebben.” Tomas en Carlijn leren hieruit dat het accepteren van elkaar dat je anders over hetzelfde kunt denken het startpunt is van innovatie, de eerste stap naar het revolutie denken.

“De nieuwe generatie: mobiliseer het nieuwe denken”

Maar hoe kunnen die verschillende generaties elkaar nou versterken? Om tot dat antwoord te komen krijgt het gesprek een wat scherper randje en de twee generaties aan tafel durven elkaar aan te spreken. Het begint bij het pleidooi van Wientjes dat echte doorbraken van onderaf komen, bottom-up. Top-down wordt er eerst een koers aangegeven, dan kan het innovatieve pas echt ontstaan. Wientjes vervolgt: “Ik zit nog in de oude generatie en die is toch geneigd om door te gaan op de bekende weg. Disruptieve ontwikkelingen ontstaan vaak buiten, van binnenuit is dat erg lastig. Behalve als je jullie leeftijd hebt. Jullie zien dat verandering noodzakelijk is in de wereld waar jullie nog decennia in leven.”

Tomas voelt zich aangesproken, en gaat er tegenin. “Ik ben best gedreven om een bepaald beeld naar buiten te brengen. Maar ik vind het moeilijk om gehoord te worden. Als ik opsta binnen een groot bedrijf, dan worden mijn ideeën en denkbeelden in de doofpot gestopt. Welke tip zou je mij mee willen geven?” Doorzetten en coalities vormen, is het antwoord van Wientjes. “Jullie zijn de nieuwe generatie, het nieuwe denken. Bundel je kracht en wordt wat vocaler, laat jullie stem eens horen.”

Enigszins overweldigt door het beroep dat Bernard Wientjes op ons doet, zoeken we naar gezamenlijkheid. Moeten we niet veel meer de handen ineenslaan? Maar Wientjes zet nog verder aan. “Het denken in structuren waar vele beroepsgroepen zich de afgelopen jaren aan hebben gewaagd is reddeloos verloren. Hoe ‘het’ de afgelopen tientallen jaren is gegaan op de manier zoals het ging, zal komende jaren fundamenteel anders verlopen. En dan vind ik dat beroepsgroepen, organisaties en instanties jullie aan het woord moeten laten. De wereld verandert in hard tempo, het is jullie wereld.” Nu de last op onze schouders fysiek voelbaar begint te worden probeert Carlijn er nuance in aan te brengen. “Toch zitten we nu in een soort transitieperiode. Ik ben ervan overtuigd dat er goede dingen zitten in de manieren waarop mensen de afgelopen jaren hebben gewerkt, in welke beroepsgroep dan ook. Die ervaringen en kennis heb je nodig in tijden van transitie.” Gelukkig is Wientjes het eens.

quote Bernard Wientjes 2

“Gezag moet verdiend worden”

In tijden van transitie moeten verschillende generaties elkaar wel verstaan en respecteren. Weten waar elkaars krachten liggen. Carlijn herinnert zich een uitspraak van een bekende Nederlander (+/- 50 jaar), een aantal weken terug: “Ik ben van de generatie die gezag nog wel verstaat.” Carlijn vervolgt in haar eigen woorden: “Worden wij, de jongere generatie, inderdaad gezien als een generatie die etiquette en omgangsvormen overboord gooien? En als wij brutaler en mondiger moeten worden, gaan we ons dan ook niet steeds meer gedragen naar een generatie die gezag ondermijnd?”

Gelukkig had Wientjes ook daar een antwoord op. Hij legt uit dat de jonge generatie gezag niet als vanzelfsprekend accepteert. Het moet in Nederland verdiend worden. Hij herkent het ook vanuit zijn VNO-NCW tijd. “De eerste jaren kijkt men haast langs je heen, pas zodra je iets bereikt voor de leden of als de onderneming zich positief ontwikkelt krijg je gezag.” Met die woorden in het achterhoofd komt Tomas nog eens terug op hoe je als jongere generatie dan gehoord kunt worden in een bedrijf. Hoe kun je als jongere dat gezag verdienen als de ouderen binnen een bedrijf je ideeën tegenhouden?

Samen komen we tot de conclusie dat je meer Jonge Geesten om je heen moet verzamelen met hetzelfde gedachtegoed. Zoek de verbinding en probeer gezamenlijk een beweging op gang te krijgen. Uiteindelijk is invloed een combinatie tussen gezag en ruimte geven en nemen. Maar ook Wientjes beaamt dat zijn generatie beter z’n best moet doen om verbinding met de jongere generatie te vinden. Als Jonge Geest, en misschien ook wel om meteen het goede voorbeeld te geven, vraagt hij ons om met een schuin oog mee te lezen met de visie die nu geschreven wordt op de Taskforce Bouwagenda.

Met die toezegging ronden we het gesprek af en maken we een selfie. Carlijn moet in het midden. “Dames in het midden he, ik ben nog een beetje ouderwets.” Maar wat iedereen nu toch zou moeten concluderen is dat Bernard Wientjes allesbehalve ouderwets is. We zouden er direct voor tekenen, als wij met 73 jaar zo in het leven staan en met zoveel enthousiasme in gesprek gaan met de jongere generatie. Of beter gezegd, dat je op die leeftijd nog steeds Jong van Geest kunt zijn!

Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…

Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:

Bern Laninga |   Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn SchweringMartijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen |  Tomas te Velde | Tom Schoo |

In Dialoog Met… Johan Vermeer

In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.

quote Johan Vermeer

Voor het eerste gesprek waren Daan en Carlijn uitgenodigd op ‘De Rotterdam’, aan de Wilhelminakade. Op de 25e verdieping, van het pand dat prachtig uitzicht heeft over Rotterdam, bevindt zich de werkplek van Johan Vermeer. Nadat wij onszelf hadden voorgesteld, en het toch lastig bleek om Johan met ‘jij’ aan te spreken: Afijn, tijd om verder kennis te maken met Johan Vermeer.

 

“Dan zal ik mijzelf ook even voorstellen”

Johan heeft civiele techniek gestudeerd in Delft en heeft vervolgens 25 jaar lang niets met zijn studie gedaan. In die periode is Johan aan de slag gegaan bij afvalverwerkingsbedrijf Roteb, is hij werkzaam geweest bij de sociale werkvoorziening in Rotterdam en is hij zelfstandig interimmanager geweest waarna hij weer terugkeerde naar de sociale werkvoorziening. En sinds 5,5 jaar is Johan voor het eerst terug bij waar hij ooit voor heeft gestudeerd: directeur projectmanagement & engineering bij stadsontwikkeling Rotterdam.

 “Werken bij een gemeente: je bent nooit smal bezig”

Altijd handig om te weten in wat voor soort functies iemand werkzaam is of is geweest. Toch zijn wij, Daan en Carlijn, veel meer benieuwd naar wat Johan beweegt om iedere dag naar zijn werk te komen. Niet de juiste vraag, volgens Johan: “Het is een gewoonte, je hebt dingen te doen die dag en die voer je gewoon uit.” Gelukkig vervolgt Johan passievol: “Het werken bij de overheid vind ik fantastisch, omdat je dagelijks bezig bent om iets in een bredere context beter te maken. We maken gebruik van het vakmanschap dat hier op het bureau aanwezig is. Door onze jarenlange ervaring hebben we kennis opgebouwd van de historie en tradities van de stad. Op basis van ons vakmanschap kunnen we vooruitkijken en de nieuwste ontwikkelingen meenemen in onze projecten. Ik ben altijd op zoek naar hoe onze technische invalshoek kan bijdragen aan de verbinding in de stad.”

Innovatie, technologie, disruptie, het zijn vaak woorden die hand in hand gaan. Er wordt ook vaak ‘groots’ over gesproken. Nieuwe uitvindingen, baanbrekende concepten of vernieuwende combinaties van bestaande producten. Toch komen we in het gesprek gezamenlijk tot de conclusie dat innovatie op veel verschillende manieren tot stand kan komen. Hoewel innovaties vaak vanuit een technische invalshoek worden benaderd, kunnen ze ook een grote maatschappelijke impact hebben. Het mogen combineren van technische innovaties met maatschappelijke thema’s is datgene wat zin geeft aan Johan zijn werk.

“Wat ik het mooie vind van de bouw”

Het bruggetje naar de bouw is voor Johan snel gemaakt. Hij gebruikt de metafoor van een ruggengraat om uit te leggen dat als je innoveert in de bouw- en infrasector je per definitie het hart van de maatschappij raakt. De infrastructuur raakt namelijk alle ecosystemen van onze samenleving; sociaal, economisch, cultureel, etc. En zonder infrastructuur loopt alles vast. “We komen in tijden waarop je compleet anders naar dingen moet gaan kijken. Hoe gaan we de toekomst vormgeven? Is bereikbaarheid nog wel een thema, of gaat het meer over ontmoeting?” Daar is een innovatieve manier van denken voor nodig.

“Innovatie hoeft niet bij een maatschappelijke opgave te beginnen, alleen ik vind het heel erg mooi omdat mijn hart daar ligt”

“Waar ik heel erg trots op ben…”

Het gesprek blijft niet alleen abstract, maar Johan is iemand die met duidelijke voorbeelden kan schetsen wat voor hem de kern is. Sommige dingen beginnen heel klein, zoals het oprichten van de stichting GWW (Grond/Weg/Waterbouw) waarbij veel bedrijven uit het MKB betrokken zijn. “Dat lijkt niet altijd sprankelend, maar is voor mij wel de basis van innovatie.” Binnen deze stichting wordt openlijk kennis gedeeld om tot innovatieve aanpakken te komen. Johan legt uit dat het proces van samenwerking nu goed loopt maar dit niet altijd zo is geweest: “Het is soms ook heel erg doormodderen en we hebben ook wel eens tegenover elkaar gestaan. Maar om echt tot innovatieve aanpakken te komen moet je er echt in geloven en blijven volhouden.”

quote Johan Vermeer2“Een cultuur van innovatie onstaat in de ontmoeting, in elkaar leren kennen, elkaars belangen respecteren, erkennen dat je in verschillende culturen werkzaam bent.”

Dat is misschien niet iets wat je direct verwacht bij innovatie. Bereid zijn om samen door dalen te gaan. “Pieken zijn altijd fijn he?”

 

“Tijd, tijd, tijd…”

In het gesprek spreken we over de meerwaarde van het betrekken van jongeren in maatschappelijke vraagstukken. Jongeren brengen een nieuw gevoel, meer energie en een andere blik. Toch zijn het niet alleen jongeren die positief bijdragen, juist het overbrengen van kennis en ervaring door ouderen mag niet worden onderschat. Johan vervolgt: “Bij de overheid zijn we ons er zeer van bewust dat we met gemeenschapsgeld werken en we geen grote risico’s kunnen nemen. Dit meer risicomijdende gedrag zie je vaker terug in mijn generatie.” Dit is een eye opener voor Daan: “Is het beheersen van risico’s en voorzichtig omgaan met geld een factor die de snelheid van innovatie belemmert?” Volgens Johan zit de kracht juist in het combineren van deze verschillende perspectieven en generaties.

Om te zoeken naar die nieuwe combinaties moeten medewerkers tijd en ruimte krijgen in hun dagelijkse werk. In een sector die na een aantal lastige jaren eindelijk weer op gang begint te komen merk je dat er nu een andere focus is. Johan legt uit: “We moeten weer topproductie draaien  met z’n allen, daarbij vallen mensen snel terug in oude routines. We moeten er met z’n allen voor waken dat mensen de tijd moeten krijgen om in de toekomst vernieuwend te kunnen zijn.”

En dan is de tijd om, Johan heeft een vervolgafspraak. Na een selfie en een stevige handdruk mogen we nog even verder met de lift naar boven, en schieten we snel nog een paar foto’s van het inspirerende uitzicht over de stad Rotterdam. Belangrijkste boodschap? Innovatie start bij het maken van verbinding, en daar heb je verschillende generaties en disciplines voor nodig. En: “Om echt tot innovatieve aanpakken te komen moet je er echt in geloven en blijven volhouden.”

Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…

Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:

Bern Laninga |   Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn SchweringMartijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen |  Tomas te Velde | Tom Schoo |