In de tweede serie ‘In Dialoog Met…’ gaat Jonge Geesten in dialoog met prominenten van de TU Delft. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergro nd. Dit keer praten we met hoogleraar Jeroen van den Hoven.
Met de dialogen willen we motivaties, gedachten en ideeën achterhalen. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om het onderwijs te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.
Op een herfstachtige maandagmorgen, waarop het aantal files ongekend hoog is en er op de Delftse campus geen student droog arriveert, vindt de volgende dialoog plaats. TU-student Tomas te Velde, en organisatieadviseur, Carlijn Tempelaars, van Jonge Geesten gaan in gesprek met hoogleraar ethics & technology Jeroen van den Hoven. Deskresearch maakte Tomas en Carlijn nieuwsgierig naar deze hoogleraar, die al van jongs af aan geboeid is door filosofische vraagstukken. Om uit de titels en functies te blijven, vragen we dan ook eerst naar hoe Jeroen van den Hoven zichzelf zou voorstellen als persoon.
‘Als jongetje van 13 gaf ik een spreekbeurt over het fenomeen tijd’
Van den Hoven vertelt dat hij uit een vrij zakelijk milieu komt. Zijn ouders hadden een eigen zaak en hoopten dat hij deze over zou nemen. Maar al vroeg kreeg de wereld van de filosofie hem in zijn greep. “Als jongetje van dertien gaf ik een spreekbeurt over het fenomeen tijd. En op het gymnasium kreeg ik van mijn leraar oude talen een boek van Kant in mijn hand gedrukt, terwijl de rest aan het voetballen was. Na de middelbare school ging ik filosofie studeren in Utrecht en ben vervolgens afgestudeerd en gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Mijn proefschrift heet “Information Technology and Moral Philosophy”, en ging over ethiek en digitale technologie. In die tijd (jaren tachtig ) was er nog niet veel digitale technologie dagelijks voorhanden en sommige filosofen vroegen zich af waarom ik me daarmee bezighield.” Maar in tegenstelling tot menig filosoof had Jeroen van den Hoven het gevoel dat die technologie veel teweeg zou gaan brengen.
Toch is de toon van zijn werk zakelijk. “Ik richt me met name op de toegepaste ethiek. Ik wil ergens aan bijdragen, de maatschappij vooruithelpen. Ik wil de verbinding leggen tussen de morele reflectie op ons denken en handelen, de ethiek, en de maatschappelijke problemen die we tegenkomen in onze maatschappij. Die twee werelden samenbrengen is makkelijker gezegd dan gedaan.” Carlijn vraagt waar de belangstelling in ethiek vandaan komt. “Dat heeft met je persoonlijkheid te maken, en dus ook erg met mijn opvoeding. Ik ben met een morele insteek opgegroeid. Mijn ouders deden zaken, maar ik heb meegekregen dat je dat altijd netjes moet doen. Het is prima om winst te maken, maar je moet elkaar respecteren en ook wat voor een ander doen. Dat heb ik van dichtbij meegemaakt.” Volgens van den Hoven is dat de essentie van ethiek: mensen kunnen hun eigen belangen behartigen maar kunnen zichzelf daarbij ook beperkingen opleggen op morele gronden. Ze kunnen zichzelf inhouden met het oog op een groter belang.
‘Snelheid is een belangrijke factor in de verwarring’
Ter voorbereiding op het gesprek is Tomas in de betekenis van ethiek gedoken. Tomas: “Ethiek wordt ook wel ‘de gewoonte’ genoemd.” Nog voordat Tomas er een vraag over kan stellen, krijgen we een basisles ethiek. Van den Hoven: “Er is een verschil gemaakt tussen moraal en ethiek. Dat kan soms best verwarrend zijn. Het belangrijkste is dat er twee niveaus moeten worden onderscheiden. Moraal zit op het niveau van de gewoontes en gedragingen van de mens. Ethiek is een reflectie op die gewoontes en gedragingen, en zit dus een abstractieniveau hoger. Binnen ethiek heb je ook weer verschillende vormen van reflectie. Zo stel je normen en ontwikkel je normatieve theorieën binnen de normatieve ethiek. En binnen meta-ethiek verdiep je je bijvoorbeeld in de betekenis van bepaalde woorden en termen die gebruikt worden in bestaande praktijken (zoals ‘rechtvaardigheid’ en ‘deugd’).”
Nu we de basis onder de knie hebben, vraagt Tomas wat voor invloed onze huidige maatschappij heeft op de ethiek, en op ons gezamenlijk mensbeeld en kader. “Het gaat snel. Voordat je je gedachten hebt geordend is de wereld alweer veranderd. Of heb je je gedachten geordend met betrekking tot een wereld die niet meer bestaat. Snelheid is een belangrijk ingrediënt, een belangrijke factor in de verwarring. En dat is nooit zo geweest. Vroeger was de wereld van je groot- en overgrootvader niet zo heel veel anders dan die van jezelf. Wijsheid is geaccumuleerde ervaring, die wordt overgedragen. Maar die praktische wijsheid als een soort middel voor ethische besluitvorming is totaal achterhaald, want daar komen we niet meer aan toe. We staan iedere dag weer voor nieuwe problemen.”
‘Onze moraliteit stamt nog uit de tijd van de jagers en verzamelaars’
Jeroen van den Hoven vertelt dat onze moraliteit nog stamt uit de tijd van de jagers en verzamelaars. “De condities waarin wij onze morele capaciteiten hebben ontwikkeld, waren toen totaal anders dan nu. Toen zaten we rondom een kampvuur, jaagden we op wilde buffels, hadden we face to face contact en was onze aandacht gericht op een kleine sociale kring. De mensheid heeft op een gegeven moment zo’n spurt gemaakt, dat onze moraliteit niet is meegegroeid. Daarom moeten we ons nu richten op nieuwe technologie en morele innovaties, zodat we ook in deze en de toekomstige tijd harmonieus samen kunnen leven.”
Tomas vraagt of we daar last van hebben, en waar zich dat in uit. Van den Hoven legt het uit: “We vinden het heel moeilijk om na te denken over alles wat niet in het hier en nu is. We zijn nog steeds erg gericht op die kleine (sociale) kring, terwijl onze power of action inmiddels enorm is. We kunnen eenvoudig activiteiten ondernemen aan de andere kant van de wereld, maar dat vinden we lastig. We vinden het makkelijk om na te denken over ons individuele handelen hier en nu met overzichtelijke effecten voor degenen die dichtbij zijn in ruimte en tijd, maar als we als collectief iets nalaten wat vervolgens via allerlei complexe en onbegrepen mechanismen consequenties heeft voor anderen die van ons in ruimte en tijd zijn gescheiden, dan heeft dat moreel weinig impact op ons. Het klimaatprobleem is daar een voorbeeld van.”
‘Deze generatie erkent de grote problemen in de wereld, waar we met z’n allen mee aan de bak moeten’
We maken een bruggetje naar generaties. Carlijn vraagt of van den Hoven vooruitgang in dit morele denken en handelen ziet wanneer hij naar de jonge generatie kijkt. “Ik ben erg optimistisch over de jonge generatie. Er is veel meer awareness dan 20 tot 30 jaar geleden. Deze generatie erkent de grote problemen in de wereld, waar we met zijn allen mee aan de slag moeten.” Van den Hoven noemt ook de pensioenfondsen, die meer ethisch aan het beleggen zijn, en de groei van sociale ondernemingen en verantwoorde innovaties als positieve bewegingen die momenteel gaande zijn. “Of het allemaal op tijd is, en of het tempo hoog genoeg ligt, dat weet ik niet. Maar ik zie wel dat de jonge generatie rekening houdt met dit wereldbeeld in alles wat ze doen.”
‘Durf te dromen’
Heeft Van den Hoven het idee dat de sleutel van een heleboel maatschappelijke vraagstukken ligt binnen de ethiek? Van den Hoven bevestigt: “Uiteindelijk denk ik dat het allemaal ethische vragen zijn. In wat voor soort samenleving willen wij leven? Hoe willen we de samenleving achterlaten voor onze kinderen?” Carlijn reageert: “Wat drijft je om iedere dag met dit soort grote problematiek en vraagstukken aan de slag te gaan? Je kunt het niet allemaal oplossen.” Van den Hoven vertelt dat de samenwerking met politiek Den Haag steeds intensiever wordt. Ook adviseert hij de Europese Commissie in de European Group on Ethics die zich bezighouden met ethische vraagstukken rond nieuwe technologie. “Daar kunnen wij een belangrijke bijdrage aan leveren. We zetten ethiek in de etalage van de wereld. Daar word ik echt enthousiast van.”
Na een korte stilte vervolgt hij: “Wat me enorm stimuleert zijn de studenten. Dat is de jonge generatie waar ik ontzettend veel vertrouwen in heb, waar ik goede gesprekken mee kan voeren en daar reken ik deze als één van.” Tot slot vragen we Jeroen van den Hoven wat hij die studenten mee wil geven. Zijn antwoord: “Het klinkt enorm cliché, maar durf te dromen. Wees niet bang om ethische vragen te stellen, want uiteindelijk gaat het daarom. Stop het niet weg, en laat je niet uit het lood slaan door mensen die cynisch zijn geworden.”
We kunnen de dialoog omschrijven als een praktisch filosofisch gesprek, dat ons persoonlijke morele denken heeft gevoed. Het is een oproep om jezelf in het perspectief van de wereld te zetten en om na te denken over maatschappelijke vraagstukken. Jeroen van den Hoven doet hierbij dus ook een beroep op onze generatie. Hopelijk dragen we met deze dialoog een stukje bij aan deze bewustwording.