In de serie ‘In Dialoog Met…‘ gaat Jonge Geesten, in dialoog met iconen uit de bouwsector. Geen interviews of ondervragingen, maar een tweezijdig gesprek dat uit nieuwsgierigheid voor elkaars generatie en achtergrond wordt gevoerd. De dialogen zijn gericht op het achterhalen van motivaties, gedachten en ideeën. Hoe kunnen we de kwaliteiten van de verschillende generaties combineren om de bouw te innoveren, onze maatschappij te inspireren en in verbinding te blijven met elkaar? De door ons gebruikte methode is gebaseerd op het begrippenkader van TheoryU.
Tom en Marc waren uitgenodigd op het stadskantoor van Delft, dat zich bevindt in het spectaculaire nieuwe stationsgebouw. Een uniek kijkje in een gebouw waar we zo vaak komen, maar waarvan bijna niemand de bovenverdieping heeft gezien. De helft van het gebouw wordt nog aangebouwd, maar ondertussen is de andere helft al in gebruik, een interessante combinatie. In het kantoor van Raimond de Prez aangekomen worden we aangenaam verrast met een extra gesprekspartner: Laurens Engelbrecht.
“Hoe werkt dit, hebben jullie een lijstje met vragen ofzo?”
We beginnen dus eerst maar even met het uitleggen wat de dialoogsessies precies inhouden en het voorstelrondje. Raimond de Prez is wethouder wonen, stedelijke voorziening en zorg voor de gemeente Delft. Hij heeft Laurens Engelbrecht, stedenbouwkundig adviseur van de gemeente, gevraagd om aan het gesprek deel te nemen. Dit omdat Laurens nauw bij de bouwcampus betrokken is vanuit de gemeente. Laurens heeft nog maar kort geleden zijn koperen jubileum bij de gemeente gevierd, waaruit blijkt dat uiteindelijk de continuïteit van gemeenten bij de beleidsmakers ligt, en niet de wethouders. Al heeft Raimond ooit een wethouder gekend die het 5 periodes heeft volgehouden wat hij treurig vond “want die had dus nog nooit een normale baan gehad”.
“Wil je een bedrijf zijn dat gewoon stenen stapelt, of denk je na over wat heb ik te bieden?”
We duiken direct in het gesprek. Raimond heeft een sterk standpunt over de huidige markt en de positie van een gemeente ten opzichte van bouwers. Hij merkt dat klassieke verhoudingen van een bouwer of ontwikkelaar veranderen. Partijen die het beste de aansluiting vinden met de gemeente zijn tegenwoordig degene die meedenken, die visie tonen. Die meer willen bereiken dan alleen maar binnen het boekje de hoogst mogelijke winst behalen. Partijen die een eigen kijk hebben op wat de ontwikkeling in een bepaald gebied zou moeten zijn. Daarmee worden interessantere combinaties gevonden, bijvoorbeeld met interieurarchitectuur.
“We hebben geëxperimenteerd met regelgeving”
Na een co-creatie sessie op De Bouwcampus is de gemeente Delft anders gaan kijken naar bestemmingsplannen. Het zoeken was naar manieren om de regelgeving innovatie niet te laten hinderen. Er wordt geëxperimenteerd met de regelgeving op het terrein naast de bouwcampus: The Green Village. Maar dit heeft eigenlijk geleid tot meer aandacht voor tijdelijk gebruik, van terreinen en van bestaande panden. Hoe kun je nou het bestemmingsplan vaststellen als je niet weet wat er over twee jaar staat?” Projecten zoals X-ray studentenhuisvesting, een tijdelijk gebouw voor 20 jaar, en het herbestemmen van een oud GGZ Delfland gebouw zijn mooie voorbeelden van een nieuwe kijk vanuit de gemeente Delft op bestemmingsplannen. Het wordt dus duidelijk dat het nadenken samen met De Bouwcampus mede heeft geleid tot succesvolle projecten. Toch vindt Raimond het lastig om concrete projecten met De Bouwcampus te doen omdat de uitkomst lastig te voorspellen is.
“Dat is ook een stukje kracht van De Bouwcampus, dat je kennis kan delen”
Laurens geeft aan dat het huidige verdienmodel van de bouwcampus niet altijd aansluit bij de markt. Hierin zou wellicht nog geïnnoveerd kunnen worden. Op dit moment kun je namelijk De Bouwcampus gebruiken bij een bepaalde vraagstelling, maar dan moet daar ook voor betaald worden. En doordat het lastig is voorspelling over de uitkomst te doen is dit lastig aan de opdrachtgever te verkopen. Laurens geeft aan dat hij hier nog kansen ziet voor De Bouwcampus. “Ik had gehoopt dat De Bouwcampus ook in staat zou zijn te innoveren in hun verdienmodel”. Bijvoorbeeld: “Hoe regel je nou dat wat je daar bedenkt niet direct op straat ligt?”
Het wordt duidelijk dat Raimond enthousiast wordt van nieuwe vormen van samenwerking, slimme verbindingen, innovatieve ideeën. Hij streeft na om Delft te ontwikkelen door deze te faciliteren. Door de markt te vragen om met een visie te komen worden vernieuwende partijen beloond. Partijen met de instelling “Ik vind het juist leuk als je een probleem hebt, kijken of ik het op kan lossen”. Een instelling die helemaal aansluit bij het idee van De Bouwcampus. Hij vindt dat de markt hiervoor aan zet is, maar dat opdrachtgevers ook vaker de vraag samen zouden moeten stellen.
“Het niveau waarop je dingen regelt is belangrijk. Het bepalende kader moet een abstracter niveau kennen dan de uitwerkingsafspraken die daaronder liggen, want dan ben je in gesprek”.
“Waar het vaak aan ontbreekt is partijen die de boel aan elkaar kunnen knopen”
Het fragmenteren van de keten zorgt niet voor innovatie. Maar is het niet juist door concurrentie op productniveau dat daar een drive tot innovatie ontstaat? “Ja, dat is een mechanisme, maar het andere mechanisme is dat je steeds meer op zoek gaat naar integrators zoals dat heet (das engels…)”. Het specialisme van het integreren van de specialismen. Raimond geeft aan dat deze partijen wellicht nog meer betrokken zouden moeten kunnen worden bij De Bouwcampus.
Problemen zoals de klimaatadaptatie, en vooral het omgaan met de problemen van de gebouwde omgeving zijn heel actueel. Daar liggen uitdagingen voor gemeenten, en dat is ook wat Raimond en Laurens proberen in te brengen in De Bouwcampus. De actuele problemen van meerdere gemeenten onder de aandacht brengen.
Het zoeken naar samenwerkingsverbanden om een vraagstuk groter te maken is volgens Raimond een van de krachten van De Bouwcampus. De campus is in staat om een grotere vraag te stellen, waar verschillende soorten partijen samen het antwoord op kunnen zoeken. Hierbij zou verbeterd kunnen worden door een betere connectie met de studenten te creëren. En daarbij vooral niet alleen de academici, juist door een wisselwerking tussen alle opleidingsniveau’s liggen er goede kansen tot concrete en praktische innovaties.
En daarmee komen we aan het einde van het gesprek. Nog even een groepsselfie schieten en dan dalen wij weer af door de deels in gebruik genomen bouwput naar de zo bekende wereld van de stationshal.
Voor meer informatie kunt u mailen met #InDialoogMet…
Dit Jonge Geesten initiatief wordt vormgegeven door:
Bern Laninga | Carlijn Tempelaars | Daan de Wit | Marc Bolier |Martijn Schwering | Martijn Weekenstroo | Maurice van Rooijen | Tomas te Velde | Tom Schoo |