7 april 2020 ‘Geest uit de fles’ door Rinus van Warven

Een man bestelde een kostuum bij een kleermaker. Toen hij kwam passen, bleek de jas te wijken in de kraag. Maar de kleer­maker zei: ‘Meneer, u staat niet goed. U moet wat achteroverleunen.’ Toen de man dat deed, bleek de broek niet te passen. Maar de kleermaker zei: ‘U moet uw buik naar voren houden.’ Tenslotte was ook de ene broekspijp langer dan de andere. Maar de kleermaker overtuigde hem ervan dat hij voortaan schever moest lopen. Toen de man ging wandelen in het pak, liep hij precies zoals de kleermaker hem had voorgehouden: hij hield zijn linkerbeen stijf, hij zette een hoge rug op en stak zijn buik naar voren. Zo strompelde hij over straat. Toen de mensen hem zagen lopen zeiden ze tegen elkaar: ‘Wat moet dat een knappe kleermaker zijn, dat hij voor zo’n ongelukkige man nog een pak wist te maken.

Vraag je bij elke daad, gedachte of handeling af aan wie jouw daad of handeling ten goede komt. Ethiek een vak is dat zich bezighoudt met het behartigen van belangen. Het gaat in de ethiek om belangenbehartiging. Ordinaire belangenbehartiging. Maar is dat erg. Nee, zo hoort dat. Want het gaat ook om het behartigen van de belangen van de natuur, van de zieke en kwetsbare medemens, van de armsten de aarde. Komt de manier waarop wij in ons huishouden met het water omga ten goede aan de natuur? Welke consequenties heeft onze politieke voorkeur voor het milieu? Draagt ons consumptiepatroon bij aan het welzijn van de allerarmsten op aarde?

Nou klinkt de term belangenbehartiging niet zo spiritueel, niet zo moreel. We willen het liever hebben over universele menselijk waarden en hoogstaande menselijke kwaliteiten. En we willen graag horen hoe goed we het doen. Met die intentie hebben ze ook eens een keer aan Mahatma Gandhi gevraagd wat hij vond van de westerse beschaving. Hij gaf als antwoord: ‘Dat zou op zich geen gek idee zijn’. 


We worden de afgelopen jaren doodgegooid met waarden en normen, normen en waarden. En over welke normen en waarden hebben we het dan eigenlijk? Allerlei regeltjes van buitenaf waarbij wij mensen allemaal weer aan de leiband moeten lopen, de leiband van beteugeling, bekneveling en beneveling: weer aan de leiband van politieke partijen, religieuze instituties die zo goed weten wat goed voor ons is. Hoe werd dat honderd jaar geleden ook alweer geformuleerd door de hoofdonderwijzer van school in dat bekende gedicht Piet de SmeerPoets.

Kinderen die ontdeugend zijn

Lijden dikwijls smart en pijn

Wees voortaan dus niet meer stout

Maar opdat Gij het wel onthoudt

Neem ik u toch nog tot straf

Al uw mooie speelgoed af


Ik kan heel erg genieten van de boeken van Harry Potter. Harry Potter, u weet wel, die jongeman die wordt opgevoed bij de saaiste familie van Engeland, de familie Duffeling. De familie Duffeling zijn dreuzels. Niet alleen stonden hun gezichten strak van de saaiheid: maar ze probeerden Harry zijn creativiteit af te pakken. En weet wat er gebeurd als onze creativiteit verdwijnt. We durven niet meer lief te hebben, we durven niet meer te beminnen en het allerergste: we durven niet meer lastig te zijn. En dat heeft deze wereld zou hard nodig: lastige jongetjes en meisjes, mannen en vrouwen die visoenen durven te houden: tegendraadse visioenen. Soms dwars tegen alles in. Visioenen van een eerlijke samenleving, fantasieën van hemelse gerechtigheid.  Alexander Pola beschreef in de jaren zeventig de anti-Piet-de-Smeerpoets. Ik ben er van overtuigd dat veel van de echte Piet de Smeerpoetsen te vinden zijn op in kansel, in het onderwijs en in de politiek :

Ziet hier Piet de Smeerpoets staan

Want zo duidt men jongens aan

Die hun haren langer dragen

Dan het soort mensen kan verdragen

Die met heel wat smeriger zaken

Lucht en water smerig maken

En pas recht van Nijl tot Rijn

De Hoge Pieten Smeerpoets zijn


Een van de mooiere teksten uit het eerste boek van Harry Potter: Vertrouw nooit iets wat zelf kan denken als je niet kunt zien waar het zijn verstand bewaart! Schrijfster J.K. Rowling geeft aan Ginny Wemel – één van de maatjes van kinderheld Harry Potter – een wijze levensles mee. Het lukt Harry en zijn vriendjes om levend uit De Geheime Kamer te komen en te ontsnappen aan Voldemort – de laatste afstammeling van Zalazar Zwadderich – dankzij zeldzaam talent, Sisseltong… vindingrijkheid… vastberadenheid… èn… een zekere lak aan de regels. 

Nu moet ik even een misverstand uit de wereld helpen. Geen weldenkend mens is tegen normen en waarden. Ik beweer ook niet dat we geen normen en waarden nodig hebben. En ik zal de laatste zijn die zegt dat we alle normen en waarden af zouden moeten schaffen. Ze zijn inderdaad de basis van een betekenisvolle humane samenleving. Het woord norm is afkomstig van het Latijnse woord norma dat meerdere betekenis heeft. Norma kan vertaald worden als winkelhaak, richtsnoer, maatstaf of regel. In de ethiek hanteren we normen meestal als gedragsregels, als opvattingen over hoe mensen zich in bepaalde situaties wel en/ of niet dienen te gedragen. In de zogeheten Oud-Testamentische Decaloog, beter bekend als de Tien Geboden komen normen voor als ‘Gij hoeft niet te doden’ en ‘Gij hoeft niet te stelen.’  

Gemakshalve kun je zeggen dat normen concrete richtlijnen bieden voor het handelen. Ze regelen het dagelijks sociaal verkeer. Normen vormen de verbinding tussen de algemene waarden (zoals vrijheid, rechtvaardigheid) en de concrete gedragingen. Normen geven een grenzen aan. Wie de grens overtreedt, krijgt te maken met de consequenties van het overschrijden van die grens. Als je iemand dood wil maken, kun je dat doen, als je dat wil. Als je wilt stelen, kun je dat doen als je dat wil. Maar niet alles wat kan is wenselijk. Als jij besluit om te doden, kun je dat doen, als je dat wil, maar weet dan dat er een wetgever is die jouw overtreding van de grens bestraft. Er zijn ook normen die tijdgebonden of groepsgebonden zijn: je kunt ervoor kiezen om in spijkerbroek te verschijnen daar waar stemmig zwart de norm is. Als je de grens over gaat, word je niet gestraft met opsluiting, maar je zult je minder welkom voelen door de blikken van diegenen die er voor gekozen hebben de norm wel te hanteren. 

Bij het begrip waarden ligt het anders. Als we het over waarden hebben, hebben we het meestal over idealen en motieven die in een samenleving of groep als nastrevenswaardig worden beschouwd. Met andere woorden: waarden zijn opvattingen over wat wenselijk is. We leggen momenteel de nadruk op veiligheid. Veel gebruikte woorden zijn leefbaarheid, duurzaamheid en betrokkenheid. De waarden in onze samenleving komen uit verschillende bronnen. In de Bijbel is de liefde de belangrijkste waarde. In de Thora gaat het om rechtvaardigheid. In de Koran is overgave aan de wil van God/Allah het sleutelwoord. Binnen het liberalisme van de Verlichting gaat het om vrijheid. Wezenlijke sociaaldemocratische en humanistische waarden zijn sociale gerechtigheidgelijkheid en respect. In een Vlaamse cursus maatschappelijke oriëntatie uit 2006 werden vijf ‘hoofdwaarden’ geformuleerd: vrijheidgelijkheidsolidariteitrespect en burgerschap. Wie zal hiertegen zijn? Ik ben niet tegen waarden en normen. Maar ik herinner me de woorden van Vincent van Gogh: ‘Ik kan het feit niet veranderen dat mijn schilderijen niet goed verkopen. Maar eens zal de tijd komen dat mensen zullen erkennen dat mijn schilderijen meer waard zijn dan de waarde van de verf die ik heb gebruikt in het schilderij’. Waarden en normen zijn te vergelijken met de kleuren en het penseel van een schilder. De kleuren zijn fris en helder, het penseel is schoon. Maar dan gaat de schilder aan het werk om er een kunstwerk van te maken. Vertrouw nooit een schilder waarvan het penseel schoon blijft en die de kleuren niet durft te mengen. 

Het hindoeïsme heeft er een mooi woord voor. Ze hebben het over dharma. Om te illustreren wat dharma betekent het volgende verhaal. Er was eens een timmerman die 25 jaar voor zijn baas had gewerkt. Hij was er wel aan toe om met pensioen te gaan. Hij besluit om naar zijn werkgever toe te gaan om met hem te overleggen wat het moment zou zijn waarop hij zijn gereedschap aan de wilgen zou mogen hangen. Maar dan vraagt zijn baas hem op hij nog een klus wil doen. Je moet nog een huis voor me bouwen en dan mag je gaan. Na wat ondergronds gemompel besluit de man nog een keer een huis te bouwen. Maar terwijl hij aan het werk is, merkt hij dat hij er met zijn kop en zijn handen niet bij is. De drempels liggen niet voor honderd procent perfect, de deurkrukken hangen net niet helemaal recht en ook de kozijnen zitten er niet zo in als hij van zichzelf gewend is. Kortom: hij is over zichzelf niet tevreden. Maar hij besluit om het zo te laten. De nieuwe eigenaar zal het tocht wel niet zien. Hij gaat naar zijn baas om te zeggen dat de klus geklaard is. Dan bedankt de baas hem, hij geeft hem de sleutel terug met de woorden: dank je wel dat je dit nog voor me gedaan hebt. Als dank wat je al die jaren voor me hebt betekent overhandig ik je nu de sleutel van je nieuwe woning. 

In alle grote tradities – van Oost en West – wordt leven vanuit liefde als essentie gezien en als liefde voor het leven tot uitdrukking gebracht. Zo wordt er soms gesproken over ‘eerbied voor het leven’, over ‘ahimsa, een geweldloze omgang met alle levensvormen’ of over de ‘eenvoudige religie van de liefde’. En dit alles geformuleerd in de taal van het hart: één geest, één mensheid, één wereld, één kosmos. Er is in alle verscheidenheid sprake van eenheid in alle religies: Liefde.

Verbondenheid

Liefde inspireert ons mensen – om ons – op dít moment, in het hier en nu, vanuit compassie te verbinden met onszelf en van daaruit met alle mensen, met de dieren- en plantenwereld om ons heen. Dan kunnen we leven vanuit verbondenheid en gelijkwaardigheid. Door deze verbondenheid geven we een zinvolle invulling aan ons leven en gaan we bewust om met de aarde, met haar bewoners en al haar bronnen.